Dierbare buur,
Heden sta ik voor u
Reeds in de hemel zijt gij
Een man van eenvoud waart ge
Heel boertig was je ook
Lang geleden liep je rond
Op de leemgrond van ’t eiland
Om je, de koeien
De Wieringse boerderij bezat je
Ik molk bij u twee koeien
Een gulden per week als beloning
Als een kind zo blij, die ging
In een koekjesdoos onderin mijn slaapkamerkast
Aan u mijn dank voor dit al
Groot was u in eerlijkheid
Dierbare dank krijgt gij altijd