Als ik een landschap was. Dan was ik een weiland, in alle verschillende tinten groen, afhankelijk van de zon die op me brandt, en de wind die met mijn grashalmen speelt. Ze buigen en weerbuigen, ze glimmen en zwaaien naar de zon. Ik hoor de grutto’s en ik zie de kleine pulletjes krioelen door het gras terwijl ze insecten verorberen.

Ik hoor de stem van de leeuwerik jubelen, heel hoog in de lucht. Een enkele haas beroert mij, al rennend in zijn vlucht. De bloemen in mijn vacht die mij kleuren zijn helder en vruchtbaar, net als de aarde die mij de kracht geeft alles op mij te laten groeien. Mijn uitzicht is groots, is ruimte, en ik bied het uitzicht de ruimte om mij te omarmen, binnen de bosschages aan mijn zijkanten.

Onder mij in de koele, vochtige grond zetelt de bron van mijn bestaan, bacteriën, voedingsstoffen, wormen, mollen en ander leven dat de bodem rul, bros en eetbaar maakt. Soms zie ik reeën. Soms zie ik groepen vogels overtrekken naar het zuiden, naar het noorden, en weer terug.

Maar nooit zal ik mijn plaats verlaten. Voor eeuwig gevoed en voor eeuwig voeding, in licht en in donker, in vocht en in warmte. Met de wisseling van de seizoenen wissel ik van uiterlijk. En dat zal eeuwig zo zijn.
Als ik een landschap was….

Ineke