Het licht

Twee contrasten, licht en duisternis. Dag en nacht. Elk zijn eigen doel.

In de nacht kun je genieten van de rust. De stad slaapt. Het is donker. Een enkeling zie je fietsen. Vaak heeft de fietser geen licht. Een taxi rijdt voorbij. Wat een rust! 

Een paar uur later is het een drukte van jewelste. Kinderen gaan naar school. Zelfstandig, vaak op de fiets. Soms begeleid door een ouder. Het is druk op straat. Een groter contrast met de nacht is niet denkbaar.

De betekenis die men aan het licht geeft: hoop, verwachting, het mooie, het betere. Licht wordt gezien als de poort naar het goede. Toen was er licht! Ook in godsdiensten staat licht symbool voor het goede. Het licht heeft de duisternis verslagen.

In Europa leven wij in donkere dagen. Er worden allerlei activiteiten georganiseerd om de duisternis te veraangenamen, te verslaan. In Amsterdam heb je in de twee donkerste maanden het light festival.

Op 6 januari gedenken wij Epifanie. Op weg naar het licht, het positieve. De dagen worden langzaam langer, de nachten korter. 

Welke vind je belangrijk? Het zijn twee contrasten. De een kan niet zonder de ander, ze houden elkaar in evenwicht.  

Denice

zt

Je vraagt me welk doel ik heb met het oppakken van de pen. De ui van de werkelijkheid heeft vele rokken; een eerste Jantje-van-Leiden is dat ik mijn vingerschrijfvaardigheid verlies. Ik zou weer zo’n mooi handschrift willen hebben als weleer. 

Een diepgravender antwoord zou zijn, omdat ik mijn kinderen heel lang niet zag en ik verlang ernaar hun over te brengen hoe mijn leven in die 25 jaar zich afspeelde. Geheimen, die ik nooit zal durven vertellen, stel ik uit tot verhalen die ze later kunnen lezen en begrijpen. 

Wil je weten of dat alles is? Neen. 

De optelsom van mijn leven, die baaierd van toevalligheden, mijn overtuiging dat ik geen stuurman maar speelbal van het lot ben.

Nog verder gravend kom ik op taal uit. Gulzig zijn om de roes van het allerjuiste woord te ervaren. En soms onder de pomp gestopt te worden zoals Albert Verwey in zijn Jeugd-gedichten, door zijn vriend Democritus, zuchtend de blik omhoog naar de sterren en dan struikelen in een greppel.
De allerdiepste laag is de hoofdzonde van de billen, het ontbreken van zitvlees.

A.

Op onze dappere strijdster

Het leven is soms moeilijk te verhapstukken, de levensboom is rijk, rijkelijk in overvloed, alsmede het levenswater. Ik overwin dagelijks mijn demonen en het eeuwige niets. 
Krijger kwam, krijger zag, tijger overwon. Schreef ik nou tijger? Vooruit, dan die ook, ‘gehurkte’ tijger, verborgen draak. Ik heb vele mensen hard zien knokken om ergens bovenop te komen. Een ziekte, familie – en ze zijn allemaal in mij verenigd, dat wil zeggen, de levensenergie is universeel, dappere mensen, zo ook in onze mooie schrijverskring. Hopelijk overwin je, het verleden is geleefd, een krijger strijdt niet om te doden, een krijger strijdt om te leven.

​Marcellius

Sorry, moeder Aarde, mamaisa

Ik heb het heel goed geleerd van mijn Moeder en Grootmoeder. Bepaalde zaken waren not done: nooit zeepwater op het erf gooien. Niet wildplassen of ontlasten. Dat zou de bewakers van het erf heel erg ontstemmen met alle gevolgen van dien. Het erf hou je schoon en netjes. Met grote voorzichtigheid werd het zeepwater geloosd in de goot. Het erf werd dagelijks schoon geharkt. Alle dooie bladeren werden verzameld op een hoop, dat gaf compost voor de vruchtbomen. Het regenwater werd opgevangen in vaten om te gebruiken voor de was, de afwas en zelfs voor het koken.
Het leven met de natuur is ons met de paplepel meegegeven. Ik ben het niet vergeten, maar de confrontatie met het erf lijkt voor mij nu zo ver weg. Zonder schaamte durf ik allerlei bijtende schoonmaakmiddelen te gebruiken. Mijn excuses daarvoor Mamaisa. Ik zal wat korter douchen. Zoveel mogelijk natuurvriendelijke producten gebruiken. Ik beloof de oude gebruiken weer in ere te hervatten, alle beetjes helpen.
De laatste keer dat ik in Suriname op vakantie was, heb ik een paar dagen in het binnenland doorgebracht. Ik had het gevoel dat ik in het paradijs terecht was gekomen. Dichte bossen, kreken, rivieren, watervallen – ik werd mentaal schoongewassen door het geluid van het stromend water, de takken in de wind en de vredige dorpen. 

Lilian Eline

Waterige Herinneringen, op Java en in Holland

Voor ons huis stroomde een modderige rivier.
Waar meterslange bamboevlotten loom en traag de rivier afzakten.
Voortbewogen door magere gespierde nootbruine mannen met lange stokken.
Aan het eind van de rit werden de bamboevlotten ontbonden en tot bouwmateriaal omgewerkt, of tot eetstokjes vermalen in de fabriek.

In Holland zag ik de slootjes dicht vriezen.
Je kon op het water lopen.
Probeerde met Friese doorlopers te schaatsen.
Ik viel prompt met mijn neus plat op het ijs en zag sterretjes!
Heb nooit schaatsen geleerd.

Ronald Pessy

Winterverleiding

Soms gloort tussen wollige regels
Een straaltje poëzie
Dan dwarrelt er een light verse op hem neer
De kleine dronken dichter waant zich dan een groot poëet
En vindt hij alles even mooi wat hij verzint
Het is maar goed dat hij het heeft opgeschreven
Omdat hij het anders morgens niet meer weet

Karel T. Nooitgedacht