Twee contrasten, licht en duisternis. Dag en nacht. Elk zijn eigen doel.

In de nacht kun je genieten van de rust. De stad slaapt. Het is donker. Een enkeling zie je fietsen. Vaak heeft de fietser geen licht. Een taxi rijdt voorbij. Wat een rust! 

Een paar uur later is het een drukte van jewelste. Kinderen gaan naar school. Zelfstandig, vaak op de fiets. Soms begeleid door een ouder. Het is druk op straat. Een groter contrast met de nacht is niet denkbaar.

De betekenis die men aan het licht geeft: hoop, verwachting, het mooie, het betere. Licht wordt gezien als de poort naar het goede. Toen was er licht! Ook in godsdiensten staat licht symbool voor het goede. Het licht heeft de duisternis verslagen.

In Europa leven wij in donkere dagen. Er worden allerlei activiteiten georganiseerd om de duisternis te veraangenamen, te verslaan. In Amsterdam heb je in de twee donkerste maanden het light festival.

Op 6 januari gedenken wij Epifanie. Op weg naar het licht, het positieve. De dagen worden langzaam langer, de nachten korter. 

Welke vind je belangrijk? Het zijn twee contrasten. De een kan niet zonder de ander, ze houden elkaar in evenwicht.  

Denice