Ik verdwaal in mijn gedachten.
Wij zijn aan het schaatsen, mama en ik. Ik vertrouw op haar.
Ik nip aan mijn warme chocolademelk met slagroom.
Dan gaat de bel, ik schrik op.
De harde werkelijkheid slaat toe:
Ik kan helemaal niet meer schaatsen.
Ik ben een verminkte ziel,
een lamme malloot.
Mijn leven is geen sprookje,
maar een nachtmerrie
vol duisternis.

Kheira