Er zijn wel woorden voor maar men houdt ze meestal in.
Ze zijn somber, bedreigend en raken je in je hart. En maken je deelgenoot van smart. Ze gaan er zogezegd ‘niet zo goed in’.
Deze woorden worden soms verduisterd, verstopt, met veel andere woorden omschreven.
Zoals: ‘de dood ligt op de loer’. Welke loer? ‘Iemand een loer draaien’ ken ik wel. En ‘’t hoekje omgaan’ is ook helder. Maar op de loer??
Of ‘dood door schuld’. Dan wordt de schuld omschreven en blijft de dood voor even in een duister gat. De rechter komt hier aan te pas. Zo’n man kan beslissen over dood en leven. Blij dat het mijn beroep niet was.
Je kunt er ook mooi over schrijven zoals Simone de Beauvoir eens deed. Een zachte dood. La mort douce. Dan gaat het over een volmaakt leven, een einde dat ‘verlossing’ heet. Een oude moeder, op ’t eind van haar leven.
Liefde, ziekte en dood. Nauw verbonden met elkaar.
Hoe spreek je over liefde
als je man gaat sterven?
“Zien we elkaar weer?”
’t Is zo’n cliché.
Waar? In ’t hiernamaals?
Waar is dat, en hoe vind ik je temidden van die dode massa?
Hou je een bordje omhoog?
Hebben ze daar bordjes, en krijt?
Nee, blijf alsjeblieft hier. Ik wil je nog niet kwijt.