Op onze dappere strijdster

Het leven is soms moeilijk te verhapstukken, de levensboom is rijk, rijkelijk in overvloed, alsmede het levenswater. Ik overwin dagelijks mijn demonen en het eeuwige niets. 
Krijger kwam, krijger zag, tijger overwon. Schreef ik nou tijger? Vooruit, dan die ook, ‘gehurkte’ tijger, verborgen draak. Ik heb vele mensen hard zien knokken om ergens bovenop te komen. Een ziekte, familie – en ze zijn allemaal in mij verenigd, dat wil zeggen, de levensenergie is universeel, dappere mensen, zo ook in onze mooie schrijverskring. Hopelijk overwin je, het verleden is geleefd, een krijger strijdt niet om te doden, een krijger strijdt om te leven.

​Marcellius

Sorry, moeder Aarde, mamaisa

Ik heb het heel goed geleerd van mijn Moeder en Grootmoeder. Bepaalde zaken waren not done: nooit zeepwater op het erf gooien. Niet wildplassen of ontlasten. Dat zou de bewakers van het erf heel erg ontstemmen met alle gevolgen van dien. Het erf hou je schoon en netjes. Met grote voorzichtigheid werd het zeepwater geloosd in de goot. Het erf werd dagelijks schoon geharkt. Alle dooie bladeren werden verzameld op een hoop, dat gaf compost voor de vruchtbomen. Het regenwater werd opgevangen in vaten om te gebruiken voor de was, de afwas en zelfs voor het koken.
Het leven met de natuur is ons met de paplepel meegegeven. Ik ben het niet vergeten, maar de confrontatie met het erf lijkt voor mij nu zo ver weg. Zonder schaamte durf ik allerlei bijtende schoonmaakmiddelen te gebruiken. Mijn excuses daarvoor Mamaisa. Ik zal wat korter douchen. Zoveel mogelijk natuurvriendelijke producten gebruiken. Ik beloof de oude gebruiken weer in ere te hervatten, alle beetjes helpen.
De laatste keer dat ik in Suriname op vakantie was, heb ik een paar dagen in het binnenland doorgebracht. Ik had het gevoel dat ik in het paradijs terecht was gekomen. Dichte bossen, kreken, rivieren, watervallen – ik werd mentaal schoongewassen door het geluid van het stromend water, de takken in de wind en de vredige dorpen. 

Lilian Eline

Waterige Herinneringen, op Java en in Holland

Voor ons huis stroomde een modderige rivier.
Waar meterslange bamboevlotten loom en traag de rivier afzakten.
Voortbewogen door magere gespierde nootbruine mannen met lange stokken.
Aan het eind van de rit werden de bamboevlotten ontbonden en tot bouwmateriaal omgewerkt, of tot eetstokjes vermalen in de fabriek.

In Holland zag ik de slootjes dicht vriezen.
Je kon op het water lopen.
Probeerde met Friese doorlopers te schaatsen.
Ik viel prompt met mijn neus plat op het ijs en zag sterretjes!
Heb nooit schaatsen geleerd.

Ronald Pessy

Winterverleiding

Soms gloort tussen wollige regels
Een straaltje poëzie
Dan dwarrelt er een light verse op hem neer
De kleine dronken dichter waant zich dan een groot poëet
En vindt hij alles even mooi wat hij verzint
Het is maar goed dat hij het heeft opgeschreven
Omdat hij het anders morgens niet meer weet

Karel T. Nooitgedacht

De spelende God

Ik ben er sinds jaar en dag van overtuigd dat de mensheid Gods experiment is, en dat het experiment is mislukt. Een jaar of twee geleden heb ik dit denkraam bijgeslepen omdat God natuurlijk niet faalt en als Hij dat wél doet, heet dit geen falen maar een mysterieuze beweging. Wat nu als God een spelende God is en gewoon zin had in een eeuwig durend verzetje? Engelen en dieren zijn voorspelbaar: de eersten dienen en prijzen Hem en de laatsten eten en worden gegeten. Zo saai dat het sneu wordt. 

Zie hier de mens als SIMS maar dan in den vleze. God doet niet aan virtuele realiteit en andere flauwiteiten. Het SIMS spel leek te werken als concept maar eenmaal uit de vertrouwde safe space getrapt, namen Adam, Eva en hun nakomelingen het niet al te nauw met hun rentmeesterschap over flora en fauna. 

Maar wat als God nu géén behoefte had gehad om mensjes te kijken? Hoe zou de wereld eruit zien zonder ons? Ik denk beter. 

Ziet u koeien zichzelf suf melken om de rest van het dierenrijk te voorzien van eiwitten? Ja, ik geef het toe, dieren laten ook scheten en schijten erop los, maar als de natuur haar ding kan doen zou er geen teveel zijn aan varkens of koeien, wier mest uitgereden of anderszins wordt verwerkt, weggestopt. Verstopt zelfs. Zouden leeuwen en tijgers auto’s uitvinden om sneller te kunnen gaan van drinkplaats A naar jachtveld B? Of varkens vliegen naar een exotische plaats, waar na een maandenlange stortvloed, de aarde zich zoveel heeft verplaatst dat er een gigantische modderpoel is ontstaan, welke een beetje ramptoerist niet kan en mag missen!

Ik zou door kunnen gaan, maar ik weet niet of God het met mij eens is dat zijn spel allang niet meer leuk is. In ieder geval zeker niet voor de meeste dieren. Zal mijn eerlijkheid door Hem worden gewaardeerd of is mijn vuur al decennialang op waakvlam in afwachting van mijn komst?

Gregory Robert Manberg