Zwaaien naar een dakloos dak
Iemand ziet een oceaan van melk*
De golven rollebollen over de dijk
De gedachten zijn net niet te vangen
De doodgraversjas ligt in een plas
Gevangen in een hersenkloof
Gevangen als een roerloos konijn
Gevangen door de wind
Gevangen in een lichaam
Wieltjes willen welwillend verrukken
Wieltjes wagen zachte wangen
Wieltjes draaien dramatisch door
Wieltjes blokkeren het eendrachtskoor
Zwaaien met de vlag van brommende snorren
Zwaaien op een donkere dag
Zwaaien naar een dakloos dak
Zwaaien onder een berg kranten
Daniel Declercq
*uit gedicht ‘Openingszinnen’ van Joost Oomen