Het is verstandiger een kaars aan te steken

Het klagen zit in onze genen. Is het vorstvrij dan is het te koud of kan er nog een graadje bij. De hemel is blauw – oh nee, dan is er zeker storm op komst en niet zo’n beetje ook. Mijn handschoenen opgeborgen, komt er net een onweersbui aan. 
Nu blijkt: het is heerlijk, hoe fantastisch die tegenstellingen aanvoelen. Wat er niet is of wat juist komen moet, doet mijn bloed sneller stromen. Angst zaaien terwijl de lente haar uiterste best doet het tegendeel te bewijzen? Ben er zo langzamerhand achter dat wij op deze aardbol hectiek willen hebben, het liefst zo veel mogelijk. Nadenken over die talloze voorvallen houdt ons magisch bezig. Zodoende hoeven we niet aan onze sores te denken. De zon koesteren die ons omringt, kunnen we dan niet meer; te overweldigend. Dat kan mijn hart niet aan.
Of toch?
Is het niet verstandiger alles overboord te gooien, de sjaal van je af te laten glijden, met blote voeten door een enorme stortbui te banjeren en alles wat God getracht heeft te koesteren als een kaars tegen de wind in brandend te houden en trots, blij te zijn als dat lukt? Dan krijgt de duisternis in ons wezen voor altijd geen kans meer.

Ada Klootwijk

Toen jij nog jong was

Turend over de kale bergen
Fluks achterhaalt jouw blik
Het meer dat graag 800 jaar vooruit vlucht
Van d’r vele vissen en hun gevolgen

En toch vang je die slak
Sluiks sleept het zich voort
Zonder stoppen, de mystiek
Van de morgen voor zich uit
Toetsend… vorsend

Totdat de avondzon zuchtend bedekt
De pijn van vele levens met haar kleed
Heil zij die hun gif gauw vergulden
Nog mooier na 60 jaar of meer

Optocht der alchemisten
Zilverspoor spelend naar de ochtenddauw
Toen… ja toen
… Toen was je nog vrouw

HeJa

Wees je eigen leraar

Heb gisteren gezongen bij de ingang van een kerk. Een fijne gebeurtenis om te zingen met medemensen. Als er een God zou bestaan dan zou hij tevreden naar benden kijken. Nu de vraag: naar beneden, of omhoog. Waar zou God zich bevinden? En hoe zou hij of zij zichzelf vinden? Is hij tevreden of schaamt hij zich? Heeft hij ons wel geschapen of lag hij ergens te slapen? Dan zijn wij een nachtmerrie voor hem geworden. Egoïsten horrie op, vooral aan de top! Die willen ons beteugelen en desnoods neerslaan.

Maar Willie, hoe denk je dat het dan zou moeten?

Geen idee. Zorgen dat iedereen kan leven zonder honger te hebben en dat de waardering voor elkaar even groot is. Heerlijk je kinderen onbezorgd laten opgroeien. Niemand is dan beter dan een ander. Fijn, als iemand het even niet weet, dat dan een ander diegene helpt. Wat zou het fijn zijn als ieder naar eigen vermogen zijn best deed.

JUUT

De Dans van Herkenning!

Tor zat diep weggedoken in de grot om te schuilen. De mist was net opgetrokken en de bomen dampten na van het vele water. Het was niet zomaar een regenbui geweest. Dit was de krachtige moesson! De regen stroomde heel hard als een gordijn naar beneden. Tor kon niets meer zien. Gelukkig had hij deze grot ontdekt en schuilde hier nu al een lange tijd. Maar ja, wat is tijd, zei Tor in zichzelf, tijd is van elastiek! Toen de eerste zonnestralen zichtbaar werden, kroop Tor langzaam uit zijn schuilplaats.

Wat is dat daar? Tor kijkt verbaasd om zich heen. Naast de grot staat een hele grote oude wajangboom. Haar lange wortels hangen als haren naar beneden. Door de regen was de boom onzichtbaar geworden. Nu straalt de warme zon weer aan de heldere hemel. Alle wolken zijn verdwenen.

Aha, zegt Tor, deze boom ken ik. Hier wonen al mijn voorouders! Tor kijkt omhoog in een heldere blauwe lucht en geniet van de warme zonnestralen. Wat is het leven toch wonderlijk, denkt Tor. Omdat ik in deze grot schuilde voor de moesson, vind ik opnieuw deze oeroude krachtige wajangboom van mijn voorouders!

Wat gebeurt er nu? De wajangboom herkent de stem van Tor. Ze zegt, ik ken jouw ware naam, je heet geen Tor. Je ware naam is Scarabee, de heilige die eeuwige leeft. Jij staat voor transformatie en groei. Tor voelt een trilling door zich heen gaan. De levensenergie stoomt door zijn hart. Het is de dans van herkenning!

Will Adelaar

Het Licht zien

Licht ontvlambaar
nu nog niet..
Strooilicht raakt de horizon,
naar onbekende verten.

Het is altijd kort dag
tot je te laat kiest
voor ‘licht dat de toekomst uitspaart’.
Stamelend onzeker over woorden, of
‘waar je stappen zet’, het ‘wel grond wordt’?
Syrië bevrijd, woorden schieten tekort.

Achter gesloten deuren, op verzoek van gebroken Duits fluisterende Poetin,
lispelen representanten van de macht elkaar toe:
“Schaffen wir das?”
Onherroepelijk is een lans gebroken,
het brood nog warm, onversneden.
Hebben rebellen dovemansoren?
“Vier feest, de overwinning!”
De ex-gevangenen zwijgen, niet wetend wie de deuren
van hun gevangenis openzette.

Hun leven voorgoed kwijt, waar gejuich en mitrailleurvuur
de wolkeloze lucht openbreekt – de vertes nog onbekender
dan ze altijd al waren.
‘Stil de tijd’; wie komt ooit in het heden aan?

(Inspiratie: Rebuut, Gerrit Kouwenaar)

Maarten P.

Dromen zijn bedrog. Weg met het fake nieuws

Als ons verstand zich tijdens de slaap gaat vervelen, probeert ze de tijd te doden door te gaan spelen met de inhoud van het geheugen. Hele werelden kunnen zo ontstaan en zo werkelijk dat we soms panisch wakker worden omdat er zojuist een tijger het huis binnenkwam.

Vorige week werd ik wakker, keek uit het raam en onze hele straat was veranderd in een kolkende rivier. Twee dagen lang kon ik mijn huis niet uit, geen stroom natuurlijk, en nu krijg ik een schrijfopdracht om een droom te bedenken waarin het ook werkelijk gebeurt. Hier krijg ik dus een knoop van in mijn kop.

Ik heb een relatie gehad met een droomtherapeute. Ondanks haar expertise over dromen bleek ze later toch geen onderscheid te kunnen maken tussen roddels en realiteit. Ik was dan ook blij toen ik de vrouw van mijn dromen vaarwel mocht zeggen. 

Veel interessanter is de droomloze slaap. Daarbinnen werd ik, een week voor de watersnood, wakker. Iedere morgen word ik om 4.38 uur wakker, tien minuten voor de wekker afloopt. In India noemt men dit moment, Brahma Mahurta, het uur van God. Alle spirituele oefeningen worden dan ondersteund door de Allerhoogste. Er gaan op dat tijdstip ook de meeste mensen dood. Ik werd dus wakker binnen de droomloze slaap en in een leegte waarin ik mij voor een existentiële keuze zag gesteld. Naar rechts gaan was gewoon wakker worden. Naar links betekende einde van het Peter verhaal. Oh, dacht ik, gaat dat zo gemakkelijk? Wat een leuk einde, geen ziekte, geen lijdensweg, meteen deurtje open en wegwezen, free as a bird. Toen dacht ik aan de mensen hier in Tiruvannamalai die zo goed voor me zorgen en superlief zijn, tolerant en, heel belangrijk, ze hebben oog voor mensen die deugen. Ach, dacht ik, ik plak er nog een tijdje tegen aan en koos voor rechts, voor wakker worden. En dat is dan ook de reden dat ik vandaag weer schrijf in de Kantlijn.

Peter Rozendaal